De zogenoemde schoolweging kan helpen om goed zicht te krijgen op je leerlingpopulatie. Deze maat geeft in feite aan hoe complex die populatie is. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) berekent deze schoolweging voor elke schoolvestiging en onderwijslocatie. Dat doet ze aan de hand van vijf factoren: het opleidingsniveau van zowel de moeder als de vader, de herkomst van ouders, of ouders in de schuldsanering zitten, de verblijfsduur van de moeder in Nederland, en het gemiddelde opleidingsniveau van moeders van leerlingen op school.
Hoe hoger de schoolweging is, des te complexer de populatie leerlingen. Demografische ontwikkelingen in de wijk en in- en uitstroom van leerlingen bepalen of de schoolweging door de jaren heen nagenoeg constant is of juist fluctueert.
De data die wordt gebruikt is afkomstig van open data van DUO, CBS en de Onderwijsinspectie.
Referentieniveaus omschrijven welke vaardigheden leerlingen moeten hebben voor taal en rekenen. Het referentiekader bestaat uit fundamentele niveaus en streefniveaus. Het fundamentele niveau (F-niveau) is de basis die zo veel mogelijk leerlingen moeten beheersen. Het streefniveau (S-niveau) is voor leerlingen die meer aankunnen. Voor meer informatie zie: www.taalenrekenen.nl
De referentieniveaus zijn door scholen en besturen zelf aan DUO opgegeven en betreffen een momentopname uit de registers BRIN en BRON. De referentieniveaus zijn beschikbaar t/m schooljaar 2017 - 2018.
Er wordt op deze website gebruik gemaakt van Open Data. In verband met privacyoverwegingen of vanwege registratieproblemen kunnen de gegevens onvolkomenheden bevatten.